Narcose, - bedwelming ; toestand van bewusteloosheid, die ontstaan is door de inademing van bepaalde dampen, zooals die voor operatief ingrijpen wordt toegepast. Voor de n. worden het meest gebruikt chloroform, aether, mengsels daarvan en chlooraethyl. De veel toegepaste chloroformnarcose geschiedt als volgt. Op een kapje worden eenige druppels chloroform gebracht en de patiënt wordt verzocht rustig te ademen.
Eerst veroorzaakt het middel een gevoel van beklemming, soms misselijkheid, een onaangenamen prikkelenden smaak. Bij verdere toediening volgt een stadium van onrust, het z.g. excitatiestadium. Dit is zeer verschillend. Bij zwakke personen vaak geheel afwezig, kan het bij krachtige menschen, maar vooral bij alkoholisten sterk ontwikkeld zijn en lang duren, zoodat het moeite kan kosten den patiënt in bedwang te houden. Allengs verminderen de verschijnselen, alle lichaamsdeelen worden slap ; en het bewustzijn is geheel en al verdwenen. Aan bepaalde verschijnselen is de diepte der n., het regelmatige verloop daarvan, te herkennen. Tijdens de n. kunnen onaangename verschijnselen optreden : braken, stilstand van de ademhaling, hartstilstand, die op bepaalde wijzen bestreden kunnen worden. In zeldzame gevallen treedt plotselinge dood in het begin van de n. op, de z.g. narcosedood, die op overgevoeligheid voor het bedwelmingsmiddel berust, Zie VERDOOVING.