Alexander III alexandrowitsj - geb. 10 Maart 1845, overl. 1 Nov. 1894. Hij was de tweede zoon van Czaar Alexander II ; na den dood van zijn ouderen broeder Nicolaas, 1865, werd hij tot troonsopvolger verklaard; 1866 huwde hij met de bruid van dienoverleden broeder, Maria Sophia Frederika Dagmar, dochter van Koning Christiaan IX van Denemarken, geb. 1847. Na den dood zijns vaders, 13 Maart 1881, besteeg hij den troon; algemeen werden van hem ingrijpende hervormingen verwacht, zooals deelname van het volk aan de wetgeving en aan de contrôle over de finantiën, welke verwachting evenwel werd teleurgesteld. Het bij gelegenheid zijner troonsbestijging verspreide manifest, kort daarop door een tweede gevolgd, gaf duidelijk aan, dat hij zich geheel op het standpunt der autocratie wenschte te handhaven; hij ontsloeg den minister van Binnenlandsche Zaken Loris Melikow en stelde generaal Ignatjew in diens plaats; tengevolge van deze en andere maatregelen klom de verbittering der nihilistische partij en werd hij meermalen met het lot zijns vaders bedreigd; omringd van politie en militairen, hield hij zijn verblijf met zijn familieveelal te Gatsjina of op het kasteel Peterhof; de kroningsplechtigheid te Moskou werd door hem uitgesteld en had eerst plaats 27 Mei 1883.
Hij zocht orde te brengen in het binnenlandsche bestuur en een einde te maken aan vele misbruiken; ook hij bestreed het systeem van omkooperij en knevelarij der ambtenaren; bovenal trachtte hij spaarzaamheid in te voeren in alle takken van bestuur. 9 Sept. 1881 had hij te Danzig eene samenkomst met Keizer Wilhelm I van Duitschland, die echter geen invloed had op de toenmaals Duitschland onvriendelijk gezinde Russische politiek, welke zich eerst onder den Minister van Binnenlandsche Zaken Giers wijzigde. 15 Sept. 1884 had een samenkomst van Czaar Alexander met de Keizers van Duitschland en Oostenrijk plaats op het Poolsche lustslot Skierniwice; 25 Aug. 1885 bracht de Czaar den Keizer van Oostenrijk een bezoek in het stadje Kremsier, al hetgeen op een verstandhouding der drie mogendheden betreffende de zaken in het Oosten hopen deed; tijdens de Boelgaarsche crisis in 1885 nam de Czaar echter eene geheel op het belang van Rusland gerichte houding aan; na den afstand van Vorst Alexander, van wien de Czaar de verhouding van een vasal had verwacht, zond hij generaal Kaulbars naar Boelgarije, die echter onverrichterzake terugkeerde, waardoor de betrekkingen met dit land werden afgebroken en een oorlog, waarin geheel Europa betrokken zou zijn, dreigde uit te breken, daar de Czaar vasthield aan zijn doel, de Balkanlanden en inzonderheid Boelgarije onder Russischen invloed te brengen. Dat A. niet gewapenderhand zijn doel zocht te bereiken, maar voorloopig van een oorlog afzag, wordt algemeen toegeschreven aan den invloed van zijn minister Giers, die hem aanried een tijdstip af te wachten, waarop de Europeesche mogendheden minder eensgezind zouden zijn; de Russische politiek noodzaakte intusschen de mogendheden steeds grooter oorlogstoerustingen te maken. In 1891 kwam, nadat de betrekkingen met Duitschland, trots herhaalde pogingen tot verbetering, steeds koeler waren geworden, bij gelegenheid van het bezoek van een Fransche vloot aan Kroonstadt, een tot nu toe door A. gemeden toenadering tot Frankrijk tot stand. In Azië behaalde de Russische politiek onder A. III belangrijke overwinningen; de positie van Rusland in Centraal-Azië werd bevestigd, de invloed der Engelschen in Perzië gekortwiekt, Korea aan de Russische belangen onderworpen. A. stierf 1 Nov. 1894 te Livadia. Uit zijn huwelijk werden vijf kinderen geboren: Nicolaas Alexandrowitsj, de tegenwoordige Czaar van Rusland, geb. 1868 (zie NICOLAAS II); George Alexandrowitsj, geb. 1871, overl. 1899; Xenia Alexandrowna, grootvorstin, geb. 1896, gehuwd 1894 met grootvorst Alexander Michailowitsj; Michael Alexandrowitsj, geb. 1878; Olga Alexandrowna, geb. 1882, gehuwd in 1901 met Groothertog Peter van Oldenburg.