Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Nicolaas II

betekenis & definitie

Nicolaas II, - Czaar van Rusland, geb. 1868 volgde zijn vader Alexander III Nov. ’94 op; hij was beperkt van geestelijke vermogens; had geheel gemis aan doorzicht en standvastigheid, bij neiging tot bijgeloof, mystiek en dergelijke zwendelkunsten. Van staatshervorming in grondwettigen zin wilde hij, onder invloed van Pobjedonoszew niet weten ; eerst de revolutionnaire beweging in 1905 na den oorlog met Japan (zie RUSLAND, Gesch.) dwong hem het Octobermanifest, een constitutie, te teekenen. De nieuwe stelling van grondwettig vorst heeft hij niet willen of kunnen begrijpen ; in volgende jaren had over ’t algemeen de reactie-partij vrij spel met hem.

In de buitenlandsche politiek was hij ongetwijfeld een vredesvriend, getuige zijn rondschrijven onder invloed van den min. graaf Moerawjew, Aug. ’98, dat leidde tot de Vredesconferentie in den Haag, maar twee oorzaken brachten meer dan eens zijn land in oorlog en hem ten slotte om troon en leven; zijn zwakheid tegen machtige kringen, die op oorlog aanstuurden, in 1904 tegen Japan, na 1909 tegen Oostenrijk-Hongarije, en zijn zeer dubbelzinnige positie als bondgenoot van Frankrijk (officieel 1896), die toch met Duitschland vriendschap wilde handhaven (hij was gehuwd met prinses Alexandra van Hessen, 1894, een kleindochter van kon. Victoria, dus verwant aan den Duitschen keizer, met wien hij persoonlijk tevens bevriend was). Zoo wist hij in de crisisdagen van 1914 de mobilisatie, op touw gezet door de oorlogspartij onder Franschen invloed, niet tegen te houden, wat den oorlog deed ontbranden.

Toen in ’t volgend jaar deze een ongunstig verloop nam en de Duitschers Polen en Koerland bezetten en hielden, scheen de Czaar allengs ontvankelijk te zijn geworden voor de vredesplannen van sommige ministers (Stürmer e. a.); ook invloed der Czaritsa daarop hield men voor waarschijnlijk. De parlementsmeerderheid en tevens de hofkringen wilden daarvan niet weten, terwijl de oorlogsellende (voedselnood) de volksverbetering had opgewekt. Intusschen hadden de geallieerde regeeringen een buitengewone zending naar St.-Petersburg gestuurd onder leiding van lord Milner, lid van het Eng. oorlogskabinet om te verhinderen, dat Rusland afzonderlijk vrede sloot, Febr. ’17. Deze gedelegeerden hebben zeer waarschijnlijk, toen zij hun doel niet gewaarborgd zagen, tot omwenteling aangespoord. Hof en parlement wilden den czaar verdrijven en de Doema (Tweede Kamer) zou meer rechten krijgen.

De omwenteling, met hulp van . de troepen, slaagde gemakkelijk, Maart 1917 ; Czaar N. II, toenmaals in ’t hoofdkwartier te Mohilew, had nog gemeend, de Doema te kunnen trotseeren (door schorsing), maar deze had een ministerie aangesteld, dat den Czaar verzocht de kroon neer te leggen voor zijn zoon Alexej, toen ruim 12 jaar, onder regentschap van zijn broeder grootvorst Michael. De naar Pskov gereisde Czaar deed hier afstand, doch voor zijn broeder (van zijn zoontje wilde hij niet scheiden), in een manifest het volk aansporend tot vertrouwen in de nieuwe regeering. Deze liet den ex-keizer te Tsarskoje Selo wonen, maar de regeering van Kerensky, later gevormd onder den druk der revolutionnaire comités,deed N. II met zijn familie later in ’t jaar naar een klooster bij Tobolsk, Siberië, overbrengen. Het bolsjewistische schrikbewind liet hen weer naar Oostel. Rusland vervoeren en te Jekaterinenburg allen vermoorden, 16 Juni 1918.

< >