Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Airy (sir george biddell)

betekenis & definitie

Airy (sir george biddell) - Engelsch sterrekundige, geb. 27 Juli 1801, te Alnwick, Northumberland, overl. te Londen 4 Jan. 1892, werd in 1819 student te Cambridge en in 1828 directeur van de kleine sterrewacht aldaar, die door zijne bemoeiïngen zeer werd uitgebreid en verbeterd. In 1836 werd hij als opvolger van Pond tot Astronomer Royal (directeur der sterrewacht te Greenwich) benoemd. Hij heeft deze betrekking niet minder dan 45 jaren lang bekleed. A.’s arbeid was veelzijdig; zijne onderzoekingen liggen, behalve op sterrekundig, ook op natuurkundig (optisch) en technisch gebied.

Hij liet de sinds (1750 te Greenwich verkregen waarnemingen van vaste sterren, zon, maan en planeten berekenen en zette deze waarnemingen met kracht voort; tevens werd nieuwe arbeid ondernomen: bepaling van radiale snelheid van sterren, zennefotografie. Hij verbeterde reken-methoden en instrumenten (dubbele-beeldenmikrometer, kompas), gaf een nieuwe methode aan voor de bepaling van den Apex en van de dichtheid der aarde, organiseerde de nieuwe Engelsche graadmeting en schreef tal van leerboeken op het gebied van Wis-, Natuur- en Sterrekunde. In 1836 gaf hij de moderne verklaring van den regenboog en toonde het ontstaan der bijboog van uit de interferentie der lichtgolven. In 1839 vond hij een methode ter compensatie van het scheepskompas met behulp van permanente magneten en ijzermassa’s, welke methode later bij de ijzeren schepen een hoofdrol zou spelen. In 1851 construeerde hij de eerste vloeistofrem, die thans als olie-rem algemeen toegepast wordt.

A. was lid van vele binnen- en buitenlandsche geleerde genootschappen. Van 1871 tot 1873 was hij Voorzitter van de „Royal Society.” Ter bestudeering van zonsverduisteringen ging hij in 1842 naar Turijn, in 1851 naar Gothenburg, in 1860 naar Spanje; in 1872 werd hij in den adelstand verheven; in 1881 legde hij zijn ambt neder, hiertoe genoopt door hoogen ouderdom. Voornaamste geschriften: Gravitation (1834); Astronomical observations made at Greenwich (1845); Reduction of observations of the moon (1843); Catalogue of 2156 stars (1849); Six lectures on astronomy (1851); Tracts on physical astronomy (1858); Theory of errors of observations (1861); The undulatory theory of optics (1866); On sound and atmospheric vibrations (1869); Treatise on magnetism (1870). Eindelijk leverde hij de artikelen Trigonometry, The figure of the Earth en Tides and waves voor de Encyclopaedia Metropolitana.

< >