Agra - 1) divisie der prov. Agra en Oudh, 28.000 K.M.2, ruim 500.000 inw. — 2) district in de prov. van denzelfden naam; — 3) hoofdstad van de prov., de divisie en het district A., aan den rechteroever der Dzjoema, op 300 K.M. ten Z.O. van Delhi. De oude muren der stad sluiten een oppervlakte van 28 K.M.2 in, waarvan ongeveer ⅓ bebouwd is; de huizen zijn meerendeels gebouwd van rooden zandsteen, afkomstig van de naburige heuvels; de hoofdstraat, loopende noordelijk van het kasteel, is zeer breed en ruim, overigens zijn er slechts nauwe, onregelmatige, doch zindelijke straten; sommige openbare gebouwen en monumenten zijn zeer fraai, vooral het kasteel, gebouwd door Akbar, en de Moti Masjid. of Paarlmoskee en het beroemde praalgraf Taj Mahal, ruim 1 K.M. van het kasteel buiten de stad gelegen, hetwelk keizer Jehan voor zich en zijn gemalin Arjimard Banoo (bijgenaamd Mumtaz Mahal) deed bouwen en waaraan, volgens Tavernier, die den aanleg bijwoonde, 20.000 werklieden gedurende 22 jaren arbeidden; verschillende reizigers hebben dit praalgraf met gloeiende bewondering beschreven. Van de Britsche gebouwen zijn het gouvernementshuis, het College ter opvoeding van inboorlingen, de kerk en de kazernen de voornaamste.
Het klimaat van A. is tijdens het heete en het regenachtige seizoen (van April tot September) voor Europeanen zeer nadeelig. A. is de residentie van den luitenant-gouverneur van A. en Oudh. Bij de Hindoes staat deze stad in hooge eere, als de plaats der incarnatie van Wisjnoe onder den naam van Parasoe Rama. Eerst in de 16e eeuw werd A. belangrijk; toen stichtte Akbar een nieuwe stad op den rechteroever en in 1566 het kasteel. Van 1526 tot 1658 was het de hoofdstad der Groot-Mogols.
In 1784 werd de stad overrompeld en ingenomen door de Mahratten onder Scindia; in 1803 gaf zij zich na een bombardement van enkele uren aan lord Lake over. In 1835 werd A. aangewezen als hoofdstad der N. W.-provinciën van Engelsch-Indië. In 1857 tijdens den opstand tegen het Engelsche gezag werden de Europeanen te A. zeer in het nauw gebracht, doch door kolonel Greathed ontzet. Het aantal inwoners, in het begin der 17e eeuw nog een half millioen, bedraagt thans 185.500.