Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Agar-Agar

betekenis & definitie

Agar-Agar - zeewieren, behoorende tot de groep der Roodwieren, die in gedroogden toestand in den handel komen. Ze worden verzameld aan de kusten van Japan en China, Java, Ceylon en andere eilanden van Z.-O.-Azië, en daarna gedroogd, waarbij de celwanden een min of meer ingrijpende verandering ondergaan. Bekende handelssoorten zijn: 1) Agar-Agar van Ceylon, afkomstig van Sphaerococcus lichenoides, 2) A. van Java en Makassar, gedroogde planten van Eucheuma spinosum, 3) A. van Japan, gemaakt uit soorten van Gloeopeltis en Gelidium. Deze soort komt alleen in bereiden toestand in den handel door uitkoken van de wieren.

Men kent 2 handelssoorten, n.l. stukken ter dikte en met het uiterlijk van de ziel van een ganzenveer, en vierkante stukken van ± 20 c.M. lang en 3 c.M. breed. De stof is in Europa het eerst ingevoerd als geneesmiddel, later om een surrogaat te hebben voor gelatine. Tegenwoordig is A. veel in de banketbakkerij in gebruik, en in de bacteriologie voor het maken van vaste voedingsbodems voor het kweeken van bacteriën. Ook als middel om jams te vervalschen, is A. zeer bekend. Reeds een oplossing van ½% wordt bij gewone temperatuur een vaste gelei. De Japansche soort komt het meest in den handel voor. — In sommige deelen van Indië wordt A. door de bevolking als voedsel gebruikt.

< >