Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Adolf (frederik)

betekenis & definitie

Adolf (frederik) - Hertog van Holstein-Eutin, later Koning van Zweden (1751-71); hij werd geb. 14 Mei 1710 uit het huwelijk van Christiaan August, administrator der Holstein-Gottorpsche landen en bisschop van Lübeck, met Albertine Frederika van Baden-Durlach. Toen zijn neef, Hertog Karel Frederik van Holstein-Gottorp, vader van Czaar Peter III van Rusland, in 1739 stierf, nam A. Fr. voor diens minderjarigen zoon, Peter, het bestuur over Gottorp op zich. Toen Peter III in 1742 de hem aangeboden Zweedsche kroon had van de hand gewezen, bewoog Ruslands politiek den Zweedschen Rijksdag deze A. Fr. aan te bieden; Keizerin Elizabeth stelde dit als voorwaarde bij den vrede van Abo en 5 April 1751 beklom A. den Zweedschen troon; hij bleek al spoedig echter niet opgewassen tegen de moeilijkheden, die een gevolg waren van de binnenlandsche onlusten (de Hoeden en Mutsen-twisten), die tijdens zijn regeering woedden; enkele administratieve misslagen verwekten bovendien algemeene ontevredenheid, zoodat hij ten slotte met abdicatie dreigde, hetgeen de partijen tijdelijk de onderlinge vijandelijkheden deed staken, en zoodoende de binnenlandsche stormen schijnbaar bezwoer.

Hij overleed 12 Febr. 1771 en werd opgevolgd door zijn zoon Gustaaf III. A. Fr. was gehuwd met Louise Ulrika, zuster van Frederik II van Pruisen.

< >