Aconcagua of aconcahua - provincie van Chili, Z.Amerika, ten N. door de rivier Choapa van de prov. Coquimbo, ten O. door de Andes van Argentinië gescheiden, ten Z. begrensd door de prov. Santiago en ten W. door Valparaiso en den Stillen Oceaan: zij beslaat een oppervl. van ruim 16.000 K.M.2 en telt 130.000 inw. De nabijheid van groote steden (Valparaiso en Santiago) en de rijke waterverzorging hebben deze provincie tot een der best ontgonnen gedeelten gemaakt; het vormt als het ware een onafgebroken gaarde, waar vijgen, druiven, enz. tot vollen wasdom komen; de bergstreken zijn rijk aan koper.
De provincie is verdeeld in 5 departementen: Petorca, La Ligua, Putaendo, San Felipe en Andes; de hoofdstad is San-Felipe-d’Aconcagua. De spoorlijn van Valparaiso naar de hoofdstad van Chili, Santiago, doorsnijdt het Z. deel der provincie en zendt twee uitloopers, een naar het N. en een naar San Felipe en verder langs Los Andes over den Cumbrepas (of pas van Uspallata) naar Argentinië (Mendoza—Buenos Aires.) De belangrijkste rivier is de Aconcagua, wier naam overgegaan is op de geheele provincie. Ten tijde van de ontdekking en verovering van het land door de Spanjaarden (Almagro 1536) schijnt vooral dit dal Chili te hebben geheeten en is deze naam van hier uit over het geheele land uitgebreid. De provincie is het tooneel geweest van belangrijke gebeurtenissen uit de Chileensche geschiedenis.