Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Achtermann

betekenis & definitie

Achtermann - (Theod. Wilh.), Duitsch beeldhouwer, geb. te Munster, 15 Aug. 1799, overl. te Rome, 26 Mei 1884. Tot zijn 28ste levensjaar hield hij zich bezig met het landbouwbedrijf, begon toen het schrijnwerkersvak te leeren, oefende zich tevens in het houtsnijden en ging in 1832, zonder de minste vorming voor de kunst te hebben genoten, naar Berlijn. Met een kleine subsidie van den koning v. Pruisen werd A. op de Akademie geplaatst en werkte daarna bij Fr. Tieck en Rauch 1833— 1839.

A. was echter Katholiek en toonde in dezen studietijd niet veel ingenomenheid te bezitten met de klassicistische en Protestantsche richtingen in de kunst. Hij helde over naar de romantiek der zg. Nazareners. Zijn werken waren voorloopig: Crucifixen, Madonnas en Heilige-figuren. In 1837 wrocht hij De aanbidding der drie koningen, voor het fronton van de R. K. Hedwigskerk te Berlijn.

In 1840 ondernam A. met de geringe opbrengst van een door hem aan de familie Bethmann Hollweg geleverd kruisbeeld, als eenig vermogen, een reis naar Italië, waar hij zijn tweede vaderland heeft gevonden. Hij werkte te Rome als beeldhouwer in dezelfde richting, die Overbeck en zijn volgers in de schilderkunst hadden aangegeven. — Een Christus aan het kruis (1842) v. A. is in het bezit van den hertog v. Arenberg, een groote piëta in het koor van den Dom te Münster; daar bevindt zich ook de groote afneming van het kruis van 1858. In den Dom te Praag is nog een marmeren altaar met drie reliefs uit het leven van Christus. Lit. in Thieme-Beckers Künstlerlexikon.

< >