Aardvlooien - Dit zijn eigenlijk kevers, geen vlooien; zij dragen hun naam, omdat zij met de zeer krachtige achterste pooten goed springen kunnen. Zij zijn verwant met de welbekende goudhaantjes (Chrysomelidae). Het lichaam is bolrond, de kleuren meest levendig; het zijn zeer kleine dieren, hoogstens 5 m.M. lang. De meest bekende is de koolaardvloo (Haltica oleracea), die zich — ook de larve — met koolbladeren voedt.
Een andere soort is de veldaardvloo (H. nemorum), wier larve lange gangen binnen in de bladeren tusschen de opperhuid vreet. Deze dieren kunnen voor allerlei gewassen zeer schadelijk worden. Om deze schade tegen te gaan, strooit men wel geteerde houtkrullen tusschen de planten; de kevers blijven op deze krullen kleven en moeten dan sterven. De raapzaadaardvloo leeft op koolzaad en verschillende andere gewassen; de larven vreten de stengels van binnen geheel uit, zoodat de planten geen weerstand meer kunnen bieden aan den wind. Al de a. zijn schadelijke dieren, vooral voor kruisbloemige planten. In sommige jaren komen deze dieren in zeer groot aantal voor.
