Vlooien - Siphonaptera, een orde der insecten, gekenmerkt door het bezit van een volkomene gedaanteverwisseling, van een zijdelings samengedrukten lichaamsvorm, van stekende en zuigende monddeelen en door het ontbreken van vleugels. Lichaamslengte kort, 2—5,5 m.M., chitinebekleeding krachtig, buigzaam en glad ; kleur van lichtgeel tot donkerbruin. Het achterste paar pooten is zeer groot, met forsche dijen ; vele soorten kunnen uitstekend springen, vele ook niet, b.v. de op vogels levende vormen. Loopen kunnen alle vlug.
De eieren worden gelegd — 10 tot 20 in aantal — in den regel in de verblijfplaatsen der v., niet op de gastheeren van deze, b.v. in hondenhokken. De pootlooze larven, eenige m.M. lang, voeden zich met de uitwerpselen der v. zelf en met allerlei organische stoffen. De ontwikkeling van ei tot imago is kort, b.v. een maand voor de hondenvloo.
V. leven als tijdelijke parasieten, evenals b.v. steekmuggen en bloedzuigers ; zij voeden zich met bloed, alleen van warmbloeders ; zij kruipen met het gladde lichaam gemakkelijk tusschen de haren en veeren. Iedere v. heeft haar eigen gastheer, kan echter ook op andere voorkomen; dit is echter toeval en zij verlaten deze weder; zoo b.v. de hondenvloo bij den mensch. Onder bepaalde omstandigheden kunnen v. zich bijzonder talrijk op gastheeren ontwikkelen. Zie bij HONDENVLOO, KATTENVLOO en RATTENVLOO. De menschenvloo, Pulex irritans, is lastig, maar niet gevaarlijk (zie bij PEST). De eieren worden gelegd in reten van den vloer, in zaagsel, enz.
Zie plaat Tweevleugeligen en Vlooien.