(zwingelde, heeft gezwingeld), de houtachtige delen van de gerote vlasstengels verwijderen, waardoor de vezel overblijft.
(e) Na het roten wordt het vlas op een breekof braakmachine gebroken of beurs gemaakt. De houtachtige bestanddelen worden door deze bewerking in stukjes gebroken. Bij het zwingelen worden bundels van dit vlas vastgehouden, zodat een met 8 of 12 messen bezette wals langs de bundel kan strijken. De houtbestanddelen worden zo afgeschaafd. Na enige tijd wordt de bundel gekeerd. De korte vezels die meegetrokken worden noemt men werk. De lange vezelbundels worden vervolgens op de hekelmachine verder verwerkt.