vloerconstructie waarbij de dekvloer los van de vloer die deel uitmaakt van de gebouw constructie wordt aangebracht, om het overbrengen van geluid tussen twee boven elkaar gelegen ruimten tegen te gaan. Het remmen van luchtgeluid (spreken, muziek e.d.) gebeurt het beste door zoveel mogelijk massa (gewicht) in de constructie te brengen.
Om deze reden worden in de voorschriften minimumgewichten voorgeschreven voor woningscheidende wanden en vloeren. Moeilijker is het met de contactgeluiden (kloppen, lopen e.d.) daar die zich via de constructie voortplanten. Een zwevende vloer kan het contactgeluid aanzienlijk beperken. Op de draagvloer (constructievloer) wordt een veerkrachtige laag aangebracht van b.v. steenof glaswol of kunstschuim. Hieroverheen komt dan een dekvloer van hout of cementspecie. Het uitvoeren van deze vloeren is een zeer zorgvuldig werk daar het minste contact tussen dekvloer en draagvloer als geluidslek kan gaan werken.