Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-06-2020

zeven (getal)

betekenis & definitie

I. telw.,

1. hoofdtelw., zes plus één (e); de helft van veertien is —; in tal van vaste verb. (als bijzonder getal) de stad der — heuvelen, Rome; de vette en de magere jaren (Gen.41); de — sacramenten, hoofdzonden, schoonheden;
2. (zelfst.) zeven personen: de raad van zevenen; zeven delen: iets in zevenen delen;
3. als rangtelw., zevende: hoofdstuk —;

II. zn. v./m. (-s), teken voor het cijfer zeven: een Arabische — (7); een Romeinse — (VII); als waarderingscijfer: hij heeft vijf zevens op zijn rapport. (e) GODSDIENSTGESCHIEDENIS. Zeven is in vele religies een betekenisvol getal, naast drie, vier, vijf, acht en negen (→getallensymboliek). Zeven betekent vaak de volheid: een combinatie van de vier oriëntatierichtingen in het horizontale vlak (noord, oost, zuid, west) en de drie in het verticale vlak (boven, midden, beneden). M.n. in de Semitische wereld speelt het getal zeven een rol.

< >