Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-06-2020

zeeslangen

betekenis & definitie

v./m. (mv.), Hydrophidae, een reptielenfamilie (onderorde slangen), aangepast aan het leven in de zee o.a. door het bezit van een zijdelings afgeplatte staart.

(e) Zeeslangen zijn nauw verwant met de cobra’s (behorend tot de familie koraalslangen) en hebben evenals deze voor in de bek staande, onbeweeglijke giftanden. Het gif wordt gebruikt om de prooi (vaak vissen) te doden. Verder zijn er ook soorten die gespecialiseerd zijn op viseieren. Het gif is zeer krachtig en kan voor de mens dodelijk zijn. Er worden twee groepen onderscheiden: een primitieve groep, waarvan de vertegenwoordigers aan land moeten gaan om eieren te leggen, en een meer gespecialiseerde groep, die nooit aan land gaat en die levende jongen ter wereld brengt.

Zeeslangen komen voor in de tropische delen van de Indische en Grote Oceaan, met een concentratie van soorten in het Indo-Australische gebied; in de Atlantische Oceaan ontbreken ze geheel. De meeste soorten hebben een tamelijk beperkt verspreidingsgebied, maar er is één soort die voorkomt van de oostkust van Afrika tot de westkust van Zuid-Amerika. Deze soort verzamelt zich soms in enorme aantallen, die dan kilometers lange en meters brede groepen kunnen vormen. Verhalen over reusachtige zeeslangen zijn misschien hierop terug te voeren. Zeeslangen zijn over het algemeen niet langer dan 1,5 m; maximaal tot 3 m.

< >