Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

koraalslangen

betekenis & definitie

m. (mv.), Elapidae, familie van slangen die gekenmerkt zijn door een bont patroon van rode, gele of witte en zwarte dwarsbanden.

(e) De koraalslangen worden gekenmerkt door het bezit van gegroefde, soms bijna gesloten holle giftanden vóór in de bek, die in rust niet langs het gehemelte gelegd kunnen worden. Alle vertegenwoordigers van deze familie zijn giftig. Hun beet kan voor een mens fatale gevolgen hebben, soms echter als een wespesteek verlopen, afhankelijk van de soort waar men door gebeten wordt. De kop is weinig breder dan het slanke lichaam. In het veld lijken deze slangen sterk op vertegenwoordigers van de familie →Colubridae. Een uitzondering is de doodsadder: kort en dik met een brede kop.

Vertegenwoordigers van deze familie komen in alle werelddelen behalve Europa voor. Vooral in Australië hebben zij een enorme ontwikkeling doorgemaakt (het grootste deel van de Australische slangen behoort tot deze familie). De grootste vertegenwoordiger van deze familie is de koningscobra, Ophiophagus hannah, die een lengte van 5,5 m kan bereiken. Andere vertegenwoordigers van deze familie zijn de →brilslang, de Aziatische en Amerikaanse koraalslangen, de →mamba en de →taipan.

< >