m. (-en), algemene naam voor een vijftal soorten uit de familie oorrobben, gekenmerkt door een pels zonder wollig onderhaar.
(e) De 5 soorten (tevens geslachten) bewonen de kusten van de Grote Oceaan van Japan via Amerika tot Nieuw-Zeeland en Australië toe. Eén soort komt voor aan de kusten van oostelijk Zuid-Amerika en op de Falkland Eilanden. De bekendste soort in dierentuinen en circussen is de Californische zeeleeuw (Zalophus californianus), die in westelijk Amerika voorkomt en op de Galápagos Eilanden een eigen ondersoort heeft; Steller’s zeeleeuw (Eumetopias jubatus) bewoont het gebied ten noorden van dat van eerstgenoemde soort tot in Japan toe. Dit is de grootste zeeleeuw, de mannetjes worden tot 3,50 m lang (wijfjes 2,70 m). De in warmer water voorkomende vormen zijn veel kleiner, de Californische zeeleeuw is met 2,35 m (mannetjes), resp. 1,80 m (wijfjes) de kleinste. De maximale levensduur bedraagt ca. 25 jaar. De intelligentie en grote beweeglijkheid van deze sociale dieren maken hen bijzonder geschikt voor dressuur.
