m. (-s), (ook: zeeham, hozemond), Lophiuspiscatorius, vissoort uit de orde hengelvissen.
(e) De zeeduivel, die voorkomt langs de Europese kusten van Noord-Noorwegen en Ijsland tot Marokko, en in de Middellandse Zee, is een tot 2 m lange roofvis, breed en plat gebouwd met grote kop en bek, de staartsteel taps toelopend. De enigszins gesteelde borstvinnen worden als poten gebruikt. De stekels van de voorste rugvin zijn tot lange stevige draden omgevormd, de eerste voorzien van een vlezig lapje dat als lokaas dienst doet. Hij is bruingrijs met vuilwitte buik, een bodemvis, die op zand of moddergronden van de kust (tot 1000 m diep) leeft. Als consumptievis (zeeham) van economisch belang.