v./m. (mv.), Lophiiformes, een orde van vissen, waarvan vele soorten gekenmerkt zijn door tot hengelorganen vervormde vinstralen op de kop.
(e) De hengelvissen of hengelvisvormigen hebben gewoonlijk een zeer logge vorm, soms (→zeeduivel) breed en plat, soms vrij plat met spitse kop en uitstekende snuit. Aan het einde van de hengelorganen zit een vlezig lapje, soms voorzien van een lichtgevend orgaan, waarmee vissen gelokt worden. Vele vormen zijn diepzee vissen. Bij sommige komen parasitair levende dwergmannetjes voor, die met de snuit aan de wijfjes vastgroeien en van het wijfje voedsel betrekken. De uitgebreidste groep (familie Antennariidae) is hooggebouwd, met op de kop een hengelorgaan en twee met huid bedekte stekels, en evenals de vleermuisvissen voorzien van op armpjes geplaatste borstvinnen; deze zijn vrijwel beperkt tot tropische zeeën.