plantengeslacht uit de familie Gramineae, met 1 soort, nl. de maïs, Zea mays, die niet in het wild is gevonden. De maïs werd door Columbus in Amerika aangetroffen en daarna in ijltempo over de hele wereld verspreid.
Thans is het een van de voornaamste voedselbronnen. Het zijn forse, tot 4 m hoge, eenjarige, dikstengelige en breedbladige planten. De soort is eenhuizig: op één plant staan mannelijke en vrouwelijke bloeiwijzen gescheiden, nl. in losse pluimen op de stengeltop, resp. opeengedrongen op een dikke bloeias in rijen (maïskolven) zijdelings en lager aan de stengel, geheel door schutbladen omsloten (de zeer lange stijlen hangen als een kwast naar buiten). ➝ maïs.