Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-06-2020

zalving

betekenis & definitie

v. (-en),

1. het zalven; m.n. (in de Rooms-Katholieke en Anglicaanse Kerk) het zalven met gewijde olie ter heiliging van persoon of zaak (e): de — bij het vormsel, het oliesel en het priesterschap;
2. (fig.) geteem.

(e) De zalving is een zeer oud, zowel religieus als profaan gebruik, zowel in het Nabije Oosten als in India. Reeds in het Egypte van de prehistorische tijd zijn vele zalvingsgereedschappen gevonden. Vaak werd water, olie, plantaardig of dierlijk vet, soms ook menselijk vet, bloed, zweet en speeksel gebruikt. Het gaat er bij de religieuze zalving om het of de gezalfde deel te geven aan de in de zalvingsmiddelen aanwezige of gesymboliseerde krachten, soms om daardoor vijandige krachten af te weren. Zo werd in India de koning met 17 verschillende substanties gezalfd. Ook in Akkad en Israël werd de koning, later eveneens de priester, gezalfd.

Daarnaast ondergingen stenen, altaren en gereedschappen de zalving, waardoor zij tot de sfeer van het/de heilige gingen behoren. In de rooms-katholieke liturgie kent men zalving bij de toediening van diverse sacramenten en sacramentaliën; zij geschiedt met gewijde olie (→chrisma).

< >