(ook: Yoroba), een van de belangrijkste →Soedanvolken van Afrika, wonend in Zuidwest-Nigeria (deelstaten Ogun, Ondo, Oyo, Lagos en Kwara en in de steden Lagos, Ibadan en Ife). Als minderheden leven zij in andere deelstaten en in naburige landen.
De verschillende stammen zijn: Oyo, Ife, Idzjesja, Ila, Idzjebu, Ekiti, Ondo, Egba en Owo. Al tijdens de (Europese) middeleeuwen waren er machtige Yoruba-staten, met als centrum het huidige Ife, dat nog steeds de heilige stad voor alle Yorubastammen is. Volgens de mythe was Oduduwa de eerste vorst van Ife; zijn afstammelingen zouden de andere 16 stadstaten gesticht hebben. Daarvan was Oyo (gesticht in de 12e—14e eeuw) de machtigste. Deze stadstaten waren agrarische nederzettingen, verdeeld in territoriale eenheden onder een hoofd. De grond was gemeenschappelijk bezit.
Daarnaast woonden er ambachtslieden en handelaren. Er waren vier standen: de aristocratie, de vrije burgers, eunuchen en slaven; aan het hoofd stond een sacraal vorst. In de tweede helft van de 18e eeuw was Oyo de machtigste Westafrikaanse staat, een van de belangrijkse slavenhandelspartners van Europa. In de 19e eeuw werd het door de →Fulani veroverd. Hun oorspronkelijke godsdienst is rijk aan goden, met als bekendste Sjano en Olorum, en geheime genootschappen zoals Ogboni, Egungun, Aremo, Oro en Sopona, die een grote politieke invloed hadden. De Yoruba zijn beroemd om hun fraaie expressieve rituele voorwerpen en gebruiksvoorwerpen, o.a. de bekende ‘tweelingbeeldjes’.LITT. G.J.Afolabi Ojo, Yoruba culture (1967); R.Smith, Kingdoms of the Yoruba (1969, 2e dr. 1976); N.A.Fadipe, The sociology of the Yoruba (1970); N.B.Kochakova, Yoruba city-states (in: H.J.M.Claessens en P.Skalnik (red.), The early States (1978).