Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Wisselstroom

betekenis & definitie

m. (-stromen), elektrische stroom die periodiek van grootte en richting verandert.

Een wisselstroom neemt in één richting in sterkte toe van nul tot de maximale waarde en vervolgens weer af tot nul, dan in de andere richting toe tot de maximale waarde en weer af tot nul waarmee één complete periode is doorlopen; per periode komen dus twee nuldoorgangen voor. Een wisselstroomcurve tegen de tijd vertoont een golvend karakter. Het aantal perioden per seconde noemt men de frequentie (v). De frequentie van wisselstromen kan tussen zeer wijde grenzen variëren en wel globaal van 10—1010 Hz. De frequentie van de door de elektriciteitsbedrijven geleverde wisselstroom is in de meeste Europese landen 50 Hz; in Engeland en de VS is 60 Hz gebruikelijk. Voor deze wisselstroom streeft men naar een sinusvormige stroomcurve, omdat dit eenvoudig is voor bedrijf en berekeningen.

Een in een kring opgenomen ampèremeter is te traag om de variaties in stroomsterkte (I) gedurende een periode te volgen: het instrument geeft de effectieve waarde van de stroom over een aantal perioden aan: Ieff = ½ Imax √2. Dit is ook de waarde die een gelijkstroom zou moeten hebben om in dezelfde tijd evenveel warmte te ontwikkelen als de wisselstroom. In de praktijk rekent men steeds met de effectieve waarden.

De grootte van een wisselstroom is afhankelijk van de weerstand en verder van de zelfinductie en de capaciteit van het circuit, de beide laatste zijn frequentieafhankelijk. De aanwezigheid van zelfinductie en/of capaciteit in een wisselstroomkring heeft tot gevolg dat stroom en spanning niet op hetzelfde moment hun maximale waarde bereiken, resp. de nulwaarde passeren (arbeidsfactor).

Zolang men te doen heeft met een enkelvoudige stroomkring met een heenen teruggaande leiding spreekt men van éénfasewisselstromen. Door twee of meer éénfasesystemen met elkaar te koppelen ontstaat een meerfasensysteem. Het meest verbreid is het driefasenof draaistroomsysteem, dat men zich samengesteld kan denken uit drie éénfasewisselstroomsystemen van onderling gelijke spanning en frequentie, maar waarvan de spanningen 120° in fase verschillen. Op eenvoudige wijze kan een wisselstroom worden omgezet in een andere wisselstroom (andere spanning, hetzij hoger of lager; gelijke frequentie). Dit geschiedt in een transformator, die éénof driefasig kan zijn uitgevoerd. Wisselstroom kan worden omgezet in gelijkstroom door gelijkrichters.

< >