m. (-en), de weerstand tegen het doorlaten van een warmtestroom, maat voor het warmte-isolerend vermogen van een constructie.
Warmteweerstanden kunnen voor een aantal, in principe verschillende gevallen voor een constructie bepaald worden. Dit is vastgelegd in normblad NEN 1068, dat ook het verband aangeeft met de warmtetransmissiecoëfficiënt k. Zo is de specifieke warmteweerstand lucht-op-lucht (Rl) de reciproke waarde van k. De specifieke warmteweerstand betrokken op een scheiding, aangeduid met Rc, is een maat voor het warmte-isolerend vermogen van alleen de bouwconstructie. Hij hangt af van de warmtegeleidingscoëfficiënt van de gebruikte materialen en de diktes waarin deze zijn aangebracht. De aanwezigheid van koudebruggen beïnvloedt de warmteweerstand in ongunstige zin.
LITT. NEN 1068, Thermische isolatie van gebouwen (1980).