Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Wapenspreuk

betekenis & definitie

v./m. (-en), (ook: devies, leus), zinspreuk, korte tekst, dikwijls verband houdend met de wapenfiguur, geplaatst op een gegolfd lint onder

een wapenschild (in tegenstelling tot de wapenkreet).

Oorspronkelijk was een wapenspreuk niet erfelijk bij een wapen toegevoegd, doch kenmerkte zij één lid van een bepaald geslacht. Iedere keizer uit het Habsburgse vorstenhuis heeft een eigen spreuk gekozen bij het aanvaarden van de regering. Bekend werden vooral de wapenspreuken die dienden als toevoeging aan het wapen van belangrijke vorsten; b.v. Gott mit uns (Pruisen); Ick dien (Engeland); Je maintiendrai (Nederland).

De moderne staatswapens, ook van b.v. jonge Afrikaanse staten, dragen vrijwel alle een wapenspreuk bij het schild. De oorspronkelijke bedoeling van de spreuk is daarmee geheel verschoven; de wapenspreuk kan tegenwoordig wel geacht worden een integrerend onderdeel uit te maken van een staatswapen (b.v. België: Eendracht maakt macht; Groot-Brittannië: Dieu et mon droit; Ovambo: Tunga nombili, d.i. In vrede opgericht; Espirito Santo: Trabalha e confia, d.i. Werk en hoop).

< >