Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Vulling

betekenis & definitie

I. v. (-en),

1. het vullen;
2. datgene waarmee iets opgevuld is of wordt: bonbons met een vulling van fondant; ook wel voor wat door iets omsloten wordt: houten kozijnen met vullingen (ramen, deuren, panelen, ruiten); (ook: plombe), het opvullen van door tandbederf aangetaste tanden of kiezen; ook het opvulsel zelf;

II. (-s), (in zeetaal meestal mv.) ruimte onder in een schip in de zijde .

In de vullings verzamelt zich zweet-of lekwater. Dit wordt gepeild met behulp van een peilstok, via pijpen die tot aan het dek reiken en met schroefdoppen zijn afgesloten. Wordt de toelaatbare grens overschreden, dan moet het betrokken compartiment lens gepompt worden.

< >