Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Vruchten en inkomsten, gemeenschap van

betekenis & definitie

vorm van huwelijksvoorwaarden, waarin tussen de echtgenoten alles gemeenschappelijk is behoudens de aanbreng. Na de ontbinding van het huwelijk vindt verdeling bij helften plaats, tenzij de gemeenschap een negatief saldo vertoont; dan moet dit gedragen worden door de echtgenoot die dit veroorzaakt heeft; geldt dit voor beide echtgenoten, dan draagt ieder voor zijn deel bij.

In België wordt het huwelijksvermogensstelsel van de gemeenschap tot de aanwinsten beperkt voorzien bij de artt. 1498 en 1499 BW, die door de wet van 14.7.1976 betreffende de huwelijksvermogensstelsels niet opgeheven werden. Wanneer de echtgenoten bedingen dat tussen hen slechts een gemeenschap van aanwinsten zal bestaan, worden zij geacht de tegenwoordige en toekomstige schulden van ieder van hen, alsook de tegenwoordige en toekomstige roerende goederen van ieder van hen, van de gemeenschap uit te sluiten. In dit geval, en nadat ieder echtgenoot zijn behoorlijk bewezen inbrengsten heeft voorafgenomen, blijft de verdeling beperkt tot de aanwinsten die gedurende het huwelijk door de echtgenoten samen of afzonderlijk zijn verwezenlijkt, en die voorkomen zowel van hun gemeenschappelijke arbeid als van de besparingen op de vruchten en inkomsten van de goederen van beide echtgenoten. Indien roerende goederen die bij het aangaan van het huwelijk aanwezig waren of nadien zijn verkregen niet werden vastgesteld in een boedelbeschrijving of een officiële staat, dan worden zij als aanwinst beschouwd.

< >