Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Vriespuntsverlaging

betekenis & definitie

v., (ook: vriespuntsdaling, VPD; smeltpuntsverlaging),

1. het dalen van het vriespunt (smeltpunt) van een vloeistof (vooral met betrekking tot water) door het veranderen van de uitwendige druk, of (en m.n.) door het erin oplossen van stoffen;
2. de grootte van de vriespuntsverlaging, wanneer deze wordt veroorzaakt door een bepaalde hoeveelheid opgeloste stof, gemeten ten opzichte van het vriespunt van de zuivere vloeistof, uitgedrukt in graad Celsius.

De vriespuntsverlaging is evenredig met de hoeveelheid opgeloste stof, d.w.z. met het aantal opgeloste deeltjes. Als de opgeloste stof dissocieert, dan geldt een evenredigheid met het aantal afzonderlijke opgeloste deeltjes. De vriespuntsverlaging is afhankelijk van de aard van het oplosmiddel, niet van de aard van de opgeloste stof. Onder de moleculaire vriespuntsverlaging wordt verstaan: de vriespuntsverlaging die zou worden veroorzaakt door 1 mol van een niet-dissociërende stof op te lossen in 100 g vloeistof, waarbij deze waarde moet worden berekend uit de gemeten waarde van een zeer verdunde oplossing. In de praktijk wordt dus b.v. 0,001 mol suiker in 100 g water opgelost, waarna de gevonden vriespuntsverlaging (0,0186 °C) wordt vermenigvuldigd met 1000 om de moleculaire vriespuntsverlaging van water te krijgen (18,6 °C); bij niet-verdunde oplossingen blijkt de evenredigheid nl. niet op te gaan. De vriespuntsverlaging kan, evenals de kookpuntsverhoging, worden gebruikt om de dissociatieconstante van niet volledig in ionen gesplitste zouten te berekenen. Om te voorkomen dat het koelwater in motoren bevriest wordt er antivries in opgelost, dat een vriespuntsverlagend effect heeft.

< >