[Virgin Queen, Elisabeth van Engeland], één van de staten van de VS, begrensd door de Atlantische Oceaan, Maryland, District of Columbia, West-Virginia, Kentucky, Tennessee en Noord-Carolina, 105.706 km2 (2,5% water), 4.648.500 inw. Hoofdstad: Richmond.
FYSISCHE GESTELDHEID
Langs de oceaan ligt een ca. 100 km brede kustvlakte met vier schiereilanden tussen de trechtermonden van de Potomac, Rappahannock, York en James, die uitmonden in de Chesapeake Bay, ingesloten door de Eastern Shore. In het westen stijgt uit de vlakte het golvende bosrijke Piedmont Plateau op tot aan de Blue Ridge (420–1500 m), een keten van de Appalachen. Hier ligt het Shenandoah National Park (780 km2). Voorbij de Great Appalachian Valley ligt in het westen het Alleghenygebergte (450–1200 m) met in het zuidwesten een deel van het Cumberland Plateau. Mount Rogers (1747 m) is het hoogste punt van de staat. De meeste afwatering is naar de Atlantische Oceaan; het zuidwesten behoort tot het stroomgebied van de Ohio.
De zomers zijn warm en vochtig, de winters koud; regenval tussen 90–107 cm/jaar. De voor tweederde beboste staat heeft naaldwoud in de kustvlakte, cypressen in Dismal Swamp, loofwoud op het Piedmont Plateau, gemengde wouden in de westelijke bergen.
BEVOLKING
Van de bevolking is 63,1% stedelijk; 18,5% is zwart. Er zijn 16 steden met meer dan 25.000 inw., 8 met meer dan 100.000: Norfolk (308.000), Richmond (249.000), Virginia Beach (172.000), Arlington (174.000), Newport News (138.000), Hampton (121.000), Alexandria (111.000), Portsmouth (111.000). Het hoger onderwijs omvat o.a. de Virginia Commonwealth University (Richmond, 1838), Virginia Polytechnic Institute (Blacksburg, 1872) en de universiteit van Virginia te Charlottesville.
ECONOMIE
De industrie is het voornaamste bestaansmiddel: chemicaliën (vooral synthetische vezels), textiel, voedingsmiddelen, kleding, hout, meubelen, papier, elektro-machinerieën, transportmiddelen, sigaretten, metaalwaren, steen-, glas-, aardewerk. Van groot economisch belang zijn de federale regeringsbureaus in het Virginia-deel van het metropoolgebied van Washington DC. Hampton Roads heeft militaire (m.n. marine-) installaties, Norfolk is Amerika’s grootste marinebasis, hoofdkwartier van de Atlantische en NAVO-vloten, luchtmachtbasis en researchstation van de NASA. Portsmouth heeft scheepswerven (marine) en de meeste droogdokken in de VS. In Newport News met scheepsbouw werd o.a. het kernenergie-vliegdekschip Enterprise gebouwd. Hampton Roads heeft export van steenkolen, transitohandel en belangrijke industrie in combinatie met Norfolk Harbor, Newport News en Portsmouth.
In de agrarische sector daalde het aantal boerderijen tot ca. 65.000 met een gemiddelde grootte van 66 ha. Veeteelt is het belangrijkste. In de landbouw is tabak het voornaamste, verder hooibouw, maïs, grondnoten, appels, zoete aardappelen, sojabonen, groenten, gerst, perziken. Visserij: oesters, menhaden, krab, mosselen, zeebaars, bot worden aan de kust gevangen. In mijnbouw is steenkool (Appalachen) het belangrijkste, verder kalksteen, stenen, cement, zink. Toerisme is van belang door watersport, stranden, natuurschoon, grotten, geneeskrachtige bronnen en vele historische relicten.
GESCHIEDENIS
Virginia speelde een belangrijke rol als centrum tijdens de koloniale periode en in de eerste federale tijd. Met de vestiging van Jamestown in 1607 werd het de oudste Engelse kolonie in Amerika. De vele conflicten tussen de koninklijke gouverneurs en de volksvertegenwoordiging na 1619 culmineerden in een rebellie onder Nathaniel Bacon (1675). Tot in de 18e eeuw bleef kolonisatie tot de kustvlakte beperkt; daarna kwam verspreiding naar het westen. De door Engeland opgelegde Zegelwet leidde in 1765 tot hevig verzet en tot verjaging van de gouverneur in 1775. Het militair treffen met Engeland greep na 1779 vooral plaats in Virginia (Portsmouth, Suffolk, Richmond, Yorktown).
Ook in de Secessieoorlog was Virginia vele malen slagveld (Manassas, Richmond, Fredericksburg, Petersburg, Cedar Creek, Appotomax). De nederlaag van de zuidelijke staten maakte door de politieke, sociale en economische gevolgen een eind aan de voorspoed van Virginia. In de 20e eeuw kwam door industrialisatie economisch herstel.