m. (-en), bespeler van of componist voor het virginaal.
Met de term virginalisten worden m.n. componisten aangeduid, die in Engeland in de tweede helft van de 16e en de eerste helft van de 17e eeuw muziek voor het virginaal schreven. Tot de bekendsten behoren W.Byrd, J.Bull, T.Tallis, P.Philips, O.Gibbons, T.Morley, J.Munday en G.Farnaby. Laatstgenoemde componist schreef ook quatre-mains en werken voor twee virginalen. De virginalisten oefenden invloed uit op de klaviermuziek van J.P.Sweelinck. Hun composities, die o.a. variaties op liederen en dansen, preludes en fantasieën omvatten, zijn bewaard in enkele gedrukte verzamelingen en in handschriften. Hiertoe behoren My lady Neville’s book (1591), The Parthenia (1611), waarin werken van Gibbons, Bull en Byrd zijn opgenomen, en het Fitzwilliam virginal book (1612–19; herdr. 1963).
LITT. G.S.Bedbrook, Keyboard music from the middle ages to the beginnings of the baroque (1949); W.Georgii, Geschichte der Musik für Klavier zu zwei Händen (4e dr. 1965).