Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Vicariëren

betekenis & definitie

(vicarieerde, heeft gevicarieerd), in de dieren plantengeografie het verschijnsel dat verschillende taxonomische eenheden (b.v. twee verschillende soorten van hetzelfde geslacht) elkaar wederzijds vertegenwoordigen, dus nooit overlappende arealen hebben (allopatrie). vicaris [Lat. vicarius], m. (-sen),

1. plaatsvervanger, ieder die een ambt of bediening ter vervanging van de eigenlijke titularis waarneemt; (r.k.) plaatsvervanger of helper van een bisschop;
2. (n.h.) titel van een kandidaat tot de H. Dienst (proponent), aan wie predikantsfuncties zijn toevertrouwd;
3. (hist.) houder van een vicarie.

Een vicaris (géén hulpprediker) heeft de volgende bevoegdheden: de prediking van het evangelie, de dienst der gebeden, de leiding van kerkdiensten, kerkelijke huwelijksinzegening, herderlijke zorg, catechese, medewerken aan de geestelijke vorming van de jeugd en eventueel vervanging van de predikant. Sinds 1.1.1978 kunnen hem als predikant-vicaris alle predikantsrechten worden verleend.

< >