v. (-en), (ook: asfyxie, suffocatie), toestand van ernstig zuurstoftekort, leidend tot de dood.
Bij verstikking ontstaan in het bloed en de weefsels (vooral de hersenen zijn hier zeer gevoelig voor) een te laag zuurstofgehalte en een te hoog koolzuurgehalte. Dit leidt tot bewusteloosheid, hartstilstand en tot de dood. Wanneer onmiddellijk na de geboorte de ademhaling nog niet op gang is, spreekt men van een asfyctische pasgeborene. Passende maatregelen (goed uitzuigen van mond en neus) doen meestal de ademhaling beginnen. Verder kan verstikking optreden door tal van oorzaken: tekort aan zuurstof in de inademingslucht, belemmering van de ademhaling (o.a. door verdrinking, wurging, bedelving, verlamming van de ademhalingsspieren, ernstige verstikking), belemmering van de zuurstof-koolzuurwisseling in de longen door ernstige longziekten, belemmering van het zuurstoftransport in het bloed door inademing van kolendamp enz. Wanneer herstel nog mogelijk is, blijven soms hersenbeschadigingen bestaan als al diepe bewusteloosheid was ingetreden.