v., verkeerstoestand die gevaar oplevert.
Men maakt onderscheid tussen objectieve en subjectieve verkeersonveiligheid. Onder objectieve verkeersonveiligheid verstaat men de kans dat er per eenheid van het verkeersgebeuren (b.v. de tijd dat men aan het verkeer deelneemt, het aantal afgelegde kilometers, de verkeersintensiteit) een verkeersongeval plaatsvindt. Onder subjectieve onveiligheid verstaat men de dreiging van een verkeersongeval, die men van een verkeerssituatie voelt uitgaan. Van subjectieve onveiligheid spreekt men m.n. in verband met bejaarden en met de zorg van ouders om hun kinderen.