Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Verdamping

betekenis & definitie

v., (alg.) het verdampen, overgang van de vloeibare naar de gasvormige toestand (damp); (ook: evaporatie), (plantkunde), de afgifte van waterdamp aan de omgevende lucht door de bovengrondse delen van de plant.

METEOROLOGIE

Waar op het aardoppervlak open watervlakken voorkomen, vindt de overgang van de vloeibare naar de gasvormige fase van water aan het grensvlak met de lucht plaats. Het water in de bovenste lagen van de grond verdampt in de poriën en via de planten die via de bladeren waterdamp in de atmosfeer brengen. De grootte van verdamping wordt bepaald door de beschikbare energie en door de capaciteit van de atmosfeer om waterdamp op te nemen. Vele landbouwkundige, cultuurtechnische en waterhuishoudkundige maatregelen houden verband met de grootte van verdamping. Deze wordt vaak berekend volgens de methode van Penman, die gebaseerd is op de gemiddelde temperatuur, de gemiddelde relatieve vochtigheid, de gemiddelde windsnelheid en het aantal uren zonneschijn. Omdat deze methode uitgaat van open watervlakken, moeten de resultaten vermenigvuldigd worden met 0,8 (in de zomer), 0,6 (in de winter) en 0,75 (over het hele jaar) om een beeld te krijgen voor de verdamping van begroeide oppervlakken, indien voldoende water beschikbaar is.

Bepaalt men de verdamping met lysimeters (grote betonnen bakken met grond en veelal begroeid met dezelfde gewassen als in de omgeving), dan meet men het verschil tussen de in de vorm van regen ontvangen hoeveelheid water en de hoeveelheid water die aan de onderzijde van de bak wordt opgevangen.

Om na te gaan of er regionale verschillen in de verdamping zijn aan te tonen, heeft men enkele jaren op ca. 60 plaatsen in Nederland verdampingsmeters afgelezen. Het bleek dat het algemene patroon van de verdamping is samengesteld uit verdelingen van de wind en de temperatuur.

LITT. C.Kramer, Berekening van de gemiddelde grootte van de verdamping (1957). PLANTKUNDE Men onderscheidt:

1. de verdamping door de cuticula heen, die gering van omvang is, niet regelbaar en geheel afhangt van de waterdampspanning in de omgeving van de plant;
2. de verdamping via de huidmondjes, die meestal aan de onderzijde van het blad gelegen zijn; hun openingstoestand is regelbaar; staan zij geheel open, dan nemen zij meer dan 90% van de verdamping voor hun rekening.

De verdamping vormt samen met de worteldruk de drijvende kracht van het opwaartse transport van water in de stengel en de stam: door de verdamping wordt nl. de zuigkracht van de cellen van het blad groter als gevolg van de toenemende concentratie van het celvocht (osmose) en het verlies aan turgor.

< >