Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Vaud

betekenis & definitie

(Du.: Waadtland), Zwitsers kanton tussen het Meer van Genève en het Meer van Neuchâtel, 3211 km2, 511.900 inw., 70% prot.; overwegend Franssprekend. Het westen van Vaud is een deel van het Jurabergland.

Ten westen hiervan liggen de hooggelegen Vallée de Joux met het Lac de Joux, omgeven door bossen van naaldhout, elzen en ahorns. Ten oosten van de Jura ligt de brede inzinking van het Meer van Neuchâtel. Het aansluitende plateaulandschap, het Gros de Vaud, is overwegend cultuurland met kleine centra in de dalen. In het zuiden ligt het bosrijke massief van de Mont Jorat. Dan volgt het kustlandschap aan het Meer van Genève. Het bos beslaat 28% van het kanton.

Landen tuinbouw spelen een belangrijke rol, daarnaast is het toerisme een grote bron van inkomsten. De wijnbouw is de omvangrijkste in Zwitserland. De industrie zetelt m.n. in de Jura (uurwerkindustrie) en te Lausanne en Vevey (melkprodukten, metaalwaren, papier, aardewerk, chocolade, tabak).

GESCHIEDENIS

Het gebied werd reeds in het Paleolithicum bewoond. Het werd in 58 v.C. Romeins, was sinds 534 Frankisch (Pagus Valdensis), kwam in de 9e eeuw bij het Bourgondische koninkrijk en in 1032 bij het Duitse rijk. In de 13e en 14e eeuw onderwierp het hertogdom Savoye Vaud, met uitzondering van Lausanne. Eind 15e, begin 16e eeuw werd Vaud onderworpen door het Zwitserse Eedgenootschap, waarin het een ondergeschikte status kreeg. In 1798 vielen naar Frankrijk geëmigreerde Waadtlanders met Franse hulp Vaud binnen, waarna afscheiding van Bern en uitroeping van de Lemanse republiek volgde, die zich echter als (zelfstandig) kanton aan moest sluiten bij de Helvetische republiek. In 1803 kreeg het kanton weer zijn oude naam.

< >