[Fr., Lat., afwisseling, verscheidenheid],
o. (-s), voorstelling, resp. theater waarin een afwisselend programma van chansons, voordrachten, goocheltoeren, acrobatiek enz. wordt vertoond.
De specifieke theatervorm van het variété ontstond in de tweede helft van de 19e eeuw. Het variété onderscheidt zich van het circus doordat de voorstelling niet in een piste plaatsvindt en er geen paarden en wilde dieren optreden. Het verschilt van de revue door gespeelde scènes, rijke montering en het ontbreken van ballet; het verschilt van het cabaret door de afwezigheid van elke litteraire bedoeling. In Engeland ontwikkelde het variété zich onder de naam music-hall (later in Frankrijk overgenomen). Daar begon in de 20e eeuw de overgang naar de groots opgezetterevue.
LITT. W.Disher, Fairs, circuses and music-halls (1942); C.Dokter, Flick-flack (1947); C.Damase, Les folies du music-hall (1960).
