[J.D.van der Waals], v./m. (—en), zwakke aantrekkende kracht tussen moleculen in een gas, vloeistof of kristalrooster.
Ook moleculen die geen dipool bezitten (N2, O2) en de He—atomen oefenen zwakke aantrekkende krachten op elkaar uit, die met behulp van de golfmechanica verklaard worden. Hiertoe beschouwt men een He—atoom; hoewel dit gemiddeld geen dipool bezit, valt in het algemeen op elk bepaald ogenblik het zwaartepunt van de ladingen van de beide elektronen niet samen met de kern, dus zal er een dipoolmoment aanwezig zijn. De elektrische kracht die van deze dipool uitgaat zal in een naburig He—atoom een gelijkgerichte dipool opwekken en omdat twee gelijkgerichte dipolen elkaar aantrekken is dit een verklaring van de vanderwaalskrachten. Men kan berekenen dat deze krachten in vergelijking met de chemische aantrekkingskrachten tussen atomen zeer gering zijn en snel met de afstand afnemen. Zij zijn omgekeerd evenredig met de zevende macht van de onderlinge afstand der moleculen. Men kan drie soorten vanderwaalskrachten onderscheiden, nl. die tussen twee polaire moleculen, omschreven door W.H.Keesom, die tussen een polair en een apolair molecule, omschreven door P. W.Debye, en die tussen ongeladen moleculen, beschreven door F.London.