o., marxistische stroming, gebaseerd op de ideeën van L.D.Trotski omtrent een ‘permanente revolutie’.
Een revolutie (m.n. die in Rusland) zou volgens Trotski, op straffe van eigen ondergang, het sein dienen te geven en blijven voor revolutie elders, de wereldrevolutie. Het trotskisme keerde zich sinds 1924 m.n. tegen de bureaucratie in de USSR en het opportunisme in de Komintern. Het stalinisme gebruikte de aanduiding trotskisme ook voor tal van andere tegenstanders. In de USSR werden de meeste trotskisten gedood (1936—38). In 1938 richtte Trotski in ballingschap de Vierde Internationale op, die alleen in Sri Lanka en Bolivia omvangrijke aanhang kreeg. In de jaren zestig beleefde het trotskisme een opleving.
In 1968 had het b.v. veel invloed op de studentenopstand (Meirevolutie) in Frankrijk. Sindsdien wijdt de USSR weer meer aandacht aan de bestrijding van het trotskisme.
LITT. J.J.Marie, Le trotskisme (1970); K.J.Alexander, Trotskyism in Latin America (1973); P.Naville, Trotzky, vivant (1979).
