een reptielengeslacht van de uitgestorven orde der Ceratopsia. Deze tot de Dinosauria behorende dieren bereikten een lengte van 8 m.
Het waren plantenetende viervoeters met vrijwel even zwaar gebouwde vooren achterpoten. Opvallend zijn de drie horens op de kop (één op de neusbeenderen en twee boven de ogen) en een kraagvormig uitsteeksel van de schedelbeenderen achter aan de kop, dat diende voor de bevestiging van de sterke kaaken nekspieren. Men veronderstelt dat de levenswijze te vergelijken is met die van de neushoorns. Fossielen van Triceratops zijn bekend uit het Boven-Krijt van Noord-Amerika en CentraalAzië.
