v., navigatiesysteem waarbij uitgegaan wordt van de plaats van vertrek en het nauwkeurig meten van snelheid en versnelling in verband met de tijd.
Het systeem berust in principe op het meten van de versnellingen die een vliegtuig of een onderzeeër zowel in oost-westals in noord--zuidrichting, in het horizontale vlak ondervindt en het tweemaal naar de tijd integreren van deze versnellingen. Hieruit kunnen dan de werkelijk afgelegde weg in dat tijdsverloop en de vliegrichting worden bepaald (resp. stelling van Pythagoras, en tangens van de hoek tussen de verplaatsing in oost-*west- en in noord-zuidrichting). De metingen geschieden automatisch en vormen met de computerberekeningen een continu proces.
De belangrijkste onderdelen van het systeem zijn de versnellingsmeters, geplaatst op een door gyroscopen gestabiliseerd platform dat cardanisch is opgehangen. De gyroscopen moeten ervoor zorgen dat de versnellingsmeters geen invloed ondervinden van de manoeuvres van het vliegtuig en van de draaiing van de aarde; alleen de versnellingen in het horizontale vlak mogen worden gemeten.
Het traagheidsnavigatiesysteem is op nog primitieve wijze - voor de eerste maal toegepast in de Duitse V2 raket (1944). Na de oorlog hebben Amerikanen, met medewerking van naar de VS overgestoken Duitse deskundigen, het tot een navigatiesysteem voor de lange afstand ontwikkeld. LITT. M.Kayton en W.R.Fried, Avionic navigation Systems (1969).