Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Traag

betekenis & definitie

bn. en bw. (trager, -st),

1. langzaam in het voortgaan, niet vlug: zo traag als een slak; ook in zeer betrekkelijke zin, waarbij de snelheid op zichzelf nog groot kan zijn: splitsing van uraan door trage neutronen; van de tijd: kropen de lange maanden; (ook) langzaam komend of verlopend: trage stoelgang; niet snel reagerend: traag van begrip, van hart;
2. lui.

< >