Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Tonus

betekenis & definitie

[Gr. tonos, spanning], m., (ook: spiertonus), spanningstoestand van spierweefsel, ook wanneer dat niet samentrekt.

De spiertonus wordt door het zenuwstelsel reflectoir onderhouden. De spieren zijn dus in rust niet volkomen slap (atonie), maar steeds in een zekere mate gespannen. De tonus van de skeletmusculatuur voorkomt het in elkaar zakken van het lichaam. Tijdens de slaap is de tonus sterk verminderd. In tegenstelling tot dwarsgestreept spierweefsel kan glad spierweefsel bij rek binnen zekere grenzen meegeven zonder tonusverhoging (plastische tonus). Dit is o.a. voor organen met wisselende vullingsgraad (maag, blaas, baarmoeder e.d.) een belangrijke eigenschap. weefselspanning.

< >