Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Tollenaar

betekenis & definitie

[Gr. teloones, belastingpachter], m. (-s, -naren), tijdens de Romeinse Republiek belastingpachter, in de Keizertijd tolontvanger.

De tollenaars ten tijde van Jezus in Palestina richtten tolbomen op (bij wegen, bruggen, havens), hieven rechten op marktwaar en belastten diverse artikelen (b.v. zout). Zij werden veracht omdat zij een heidense overheid dienden en hun eigen volk uitpersten. Bekend is de door Jezus vertelde gelijkenis van de farizeeër en de tollenaar (Luc. 18).

< >