Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Toergenjev

betekenis & definitie

Ivan Sergejevitsj, Russische schrijver, *28.10.1818 Orel, ♱3.9.1883 Bougival (bij Parijs). Toergenjev studeerde letteren en filosofie, o.a. te Berlijn, waar hij Bakoenin leerde kennen; in 1863 vestigde hij zich voorgoed in het buitenland.

Hij debuteerde in 1838 als dichter. Bekend werd hij door een bundel essays, Zapiski ochotnika (1852; Verhalen van een jager), waarin hij de lijfeigenschap veroordeelde. Er volgden toneelstukken, o.a. Mesiats v derevne (1855; Een maand op het land), en novellen als Asja (1858) en Pervaja Ijoebov (1860; Eerste liefde). Door een zestal sociaal-psychologische, politiek getinte romans werd Toergenjev een der grootsten van het Russisch realisme: Roedin (1856), Dvorjanskoje gnezdo (1858; Het nest van edelen), Nakanoene (1860; Aan de vooravond), Otsy i deti (1862; Vaders en zonen), Dym (1867; Rook) en Novj (1877; Nieuwe gronden). Een van zijn bekendste typen is de Hamlet-achtige, daadloze, ‘overtollige’ Russische edelman, o.a. in het essay Gamlet i Don Kichot (1860).

Toergenjev heeft veel bijgedragen tot de verbreiding van de Russische litteratuur in het westen, en werd een van de bekendste en invloedrijkste Russische schrijvers.

LITT. R.H.Freeborn, Toergenjev. The novelist’s novelist (1960); C.A.Moser, I.Toergenjev (1972); V.S.Pritchett, The gentle barbarian. The life and work of Toergenjev (1977); L.Shapiro, Turgenev (1979).

< >