m. (-fen), Phylloscopus collybita, vogelsoort uit de familie zangers, die voorkomt in (grote delen van) Eurazië, in Noord-Afrika en op de Canarische Eilanden.
De tjiftjaf kan gemakkelijk verward worden met de fitis. Het verenkleed is wat doffer, het postuur meer gedrongen en de wenkbrauwstreep minder opvallend; de poten zijn doorgaans donkerbruin en niet lichtbruin, zoals bij de fitis. De karakteristieke zang is een maatvaste herhaling van twee tonen ‘tjif, tjif, tjaf, tjif, tjaf’. De Midden-, Noord- en Oosteuropese populaties overwinteren in het Middellandse-Zeegebied. In Nederland en België is de tjiftjaf een talrijk voorkomende broedvogel van bosrijke streken.
LITT. M.Schönfeld, Der Weidenlaubsänger (1978).