Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Timmeren

betekenis & definitie

(timmerde, heeft getimmerd), bouwen; thans uitsluitend van houten bouw gezegd; een huis timmeren ; (spr.) wie aan de weg timmert, heeft veel bekijks, wie in het openbaar optreedt, moet zich het oordeel van velen laten welgevallen; (zegsw.) hij timmert niet hoog, hij heeft niet veel verstand; slaan, ranselen: erop timmeren.

< >