plantenfamilie, behorend tot de klasse Dicotylédones, ca. 400 soorten omvattend. Het zijn bomen of heesters, inheems in alle (sub)tropen.
Blad enkelvoudig, verspreid, zonder steunblaadjes. Bloem in de bladoksel, tweeslachtig, actinomorf, met 5 (4-7) blijvende kelk- en 5 afvallende kroonbladeren. Meeldraden talrijk. Vruchtbeginsel bovenstandig, 3-5 (10) hokkig. Voorbeelden: Camellia; Thea.