o.,
1. beginsel volgens hetwelk het recht van een staat geldt voor alle personen en goederen die zich op zijn grondgebied bevinden en voor alle feiten die daar geschieden of er hun rechtsgevolgen teweegbrengen, ongeacht de nationaliteit van de dader;
2. beginsel dat geboorte binnen een staatsgebied
van rechtswege het staatsburgerschap meebrengt, ongeacht de nationaliteit van de ouders.
In het strafrecht gaat het territorialiteitsbeginsel uit van het grondgebied van de staat, dit in tegenstelling tot het personaliteitsbeginsel. Voor Nederland en België geldt dat het strafrecht zich uitstrekt over alle strafbare feiten begaan op het grondgebied van het rijk in Europa. Dit is ook uitgebreid over schepen, nl. strafbaar is hij die zich buiten Nederland en België aan boord van een Ned. resp. Belg. schip aan enig strafbaar feit schuldig maakt. In het burgerlijk recht kan het territorialiteitsbeginsel ook gecombineerd worden met het o.a. in Nederland en België geldende personaliteitsbeginsel, waarbij de nationaliteit van de ouders beslissend is (ius sanguinis).De nationaliteit van een bepaalde staat heeft dan hij, die binnen het gebied van die staat geboren is (territorialiteitsbeginsel) of afstamt van een persoon die de nationaliteit van die staat heeft (personaliteitsbeginsel).