Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Territoriale zee

betekenis & definitie

de zeestrook grenzend aan de kust en ressorterend onder de soevereiniteit van de kuststaat. Het begrip territoriale zee heeft pas betekenis gekregen nadat het door Hugo de Groot ontwikkelde beginsel van de vrije zee (mare liberum) begin 18e eeuw algemeen erkend was.

In het territoriale recht leidt het bestaan van territoriale zeeën tot de vraag naar de breedte ervan en naar de wijze waarop deze wordt gemeten, en de vraag of en in hoeverre de soevereiniteit van de kuststaat absoluut en onbeperkt is. Het uitgangspunt dat de breedte van de territoriale zee samenvalt met de mogelijkheid van effectieve machtsuitoefening door de kuststaat leidde in 1703 tot de stelling (C.van Bijnkershoek) dat het gezag van de kuststaat zo ver reikt als een kanonschot draagt (toen ca. 3 zeemijl). De rechtspraktijk van de belangrijke staten heeft sindsdien lange tijd vastgehouden aan deze breedte, ondanks de voortgaande technische ontwikkeling. Op de Derde Zeerechtconferentie te Genève (1973) bestond een grote mate van overeenstemming over een breedte van ten hoogste 12 zeemijl. Op de Eerste Zeerechtconferentie (1958) erkende men al dat een grillig gevormde kustlijn en de aanwezigheid van een rij eilanden dicht langs de kust (b.v. Noorwegen) de toepassing van rechte basislijnen rechtvaardigt.

De ontwerptekst van de Derde Zeerechtconferentie handhaaft deze bevoegdheid. Terwijl de territoriale zee in de richting van de kuststaat kan worden onderscheiden van de binnenwateren, kan hij in de richting van de volle zee worden onderscheiden van:

1. een eventueel aparte visserijzone;
2. een eventuele ‘aangrenzende zone’;
3. een eventuele ‘exclusieve economische zone’, waarin de kuststaat rechtsmacht zou hebben wat betreft de natuurlijke hulpbronnen.

De soevereiniteit van de kuststaat over de territoriale zee strekt zich uit over het luchtruim boven alsmede de bedding en ondergrond van de territoriale zee. De soevereiniteit wordt beperkt door het recht van onschuldige doorvaart (mare clausum).

LITT. T.W.Fulton, The sovereignty of the sea (1911).

< >