o. (-s), het nummer waarmee een telefoonabonnee wordt opgeroepen.
Het telefoonnummer van een bepaalde abonnee kan in lengte verschillen afhankelijk van de plaats vanwaar hij bereikt moet worden. Als hij gebeld wordt vanuit zijn lokale net (telefoonnet) is het telefoonnummer van die abonnee gelijk aan zijn abonneenummer (in Nederland 3tot 7-, in België 6of 7-cijferig). Wordt de abonnee opgeroepen vanuit een ander lokaal net in Nederland, dan moet zijn abonneenummer worden voorafgegaan door het nummer dat zijn lokale net kenmerkt, het zgn. netnummer (het Ned. 3 of 5- , het Belg. 2- of 3cijferig en steeds beginnend met een 0). Bij een oproep vanuit een ander land moet (als de verbinding automatisch tot stand komt) vóór dit netnummer nog het nummer gekozen worden dat het land van bestemming bepaalt. Dit zgn. landnummer is voor zeer grote landen 1-cijferig (VS 1, USSR 7), middelgrote landen 2-cijferig (Nederland 31, België 32, Frankrijk 33, BRD 49) en voor kleinere landen 3-cijferig (Finland 358). Vóór het landnummer moet nog een zgn. toegangscombinatie worden gekozen, om aan te geven dat men internationaal gaat bellen (b.v. in Nederland 09, in Frankrijk 19, in België 00).
Bij internationaal kiezen moet de 0 van het netnummer worden weggelaten. Indien men dus b.v. vanuit Parijs wil spreken met abonnee 123456 in Utrecht (netnummer 030) kieze men het telefoonnummer 19/31/30/123456.
